De wereld op zijn kop (letterlijk) - 27 juli 2019

28 juli 2019 - Ngorongoro Crater, Tanzania

Helaas was het alweer tijd om te vertrekken uit dit prachtige tentenkamp. We zouden nog een korte safari doen en om 13 uur moesten we bij de gate van het park zijn om uit te checken. Het leek wel alsof de hele Serengeti sliep…. Het was zo rustig en we zagen alleen wat gazelles, impala’s en zwijntjes lopen. Maar, even laten hebben we toch ook weer wat leeuwinnen kunnen spotten. Twee moeders met beide een kleintje en nog een leeuwin die voor onze auto de weg overstak. Gaaf! Helaas hadden we alleen de neushoorn nog niet gezien. Dit bedreigde diersoort is ook in de Serengeti erg goed beschermd en bijna niet te vinden voor de toeristen. Het was tijd om naar de gate te rijden, wat ook nog ruim een uur duurde. Daar hebben we onze de lunch uit de lunchbox opgegeten en was het wachten geslagen. Het duurt hier allemaal ontzettend lang om je te registreren, uit te schrijven etc. Geduld hebben dan maar. Na ongeveer 1,5 uur te hebben gewacht, konden we de Serengeti verlaten. We zouden langs de Ngorongoro krater rijden wat erg groen en ook vol met dieren schijnt te zitten. Bij een uitkijkpunt zouden we met een verrekijker wellicht wel wat dieren kunnen spotten. De weg richting de krater was ongelofelijk slecht. Het lag vol steentjes en zand… uitkijken geblazen want je glijd zo weg met de jeep. Maar onze gids reed lekker door, totdat hij een stukje moest uitwijken en wij als een gek weggestuwd werden over de weg. We raakten de kant en dat deed onze jeep doen omslaan, over de kop… onze wereld stond op zijn kop. Zo’n ongeluk gaat zo snel. Roos raakte met haar hoofd tegen het dak en voor we het wisten waren ook alle ruiten uit de jeep en lag de jeep in kreukels. We kwamen tot stilstand en we riepen elkaar om te weten of het goed ging. We konden alle drie bewegen en sprongen zo snel mogelijk uit het raam van de jeep omdat we mensen aan zagen komen rennen met een brandblusser. Gelukkig bleef de brand wel uit. De schrik zat hoog en de adrenaline was onbeschrijfelijk hoog. Je bent op dat moment zo helder. Roos haar broek was gescheurd en er kwam bloed doorheen. Direct schoten tientallen mensen te hulp die in jeeps voor of achter ons reden. Ze namen Roos mee om de wonden te bekijken, wat schoon te maken en te verbinden. Ruben had een schaafwond over zijn bovenbeen en werd door anderen geholpen. Mensen brachten onze bagage met spullen en kwamen met allemaal middelen om wonden schoon te maken en te verbinden. Anderen brachten flesjes water of wat te eten. Maar gelukkig voelden we ons beide goed en erg helder. De echte shock zou later wel komen. Uiteraard waren daar ook de ramptoeristen die lekker alles zaten te fotograferen. Op zo’n moment begrijp je hoe erg het is dat er mensen foto’s van je staan te maken in een ongelofelijk heftige situatie. We mochten met twee Duitse toeristen en hun gids mee verder rijden. Zij zouden ook in Karatu slapen, net als wij. Op dat moment keken we voor het eerst naar de jeep, hij was inmiddels rechtop gezet door zo’n 20 man. Wat zag die jeep er verslagen uit… We liepen nog kort de jeep door om te kijken of er nog spullen laten: Wat opladers, onze doppers, overal lag onze chips verspreid, een telefoon en wat jasjes. Het ging allemaal zo snel, we gooiden alles in de nieuwe jeep en stapten in. Nog een beetje verslagen van wat er was gebeurd. Het Duitse stel was heel behulpzaam, we kregen ibuprofen aangeboden, hadden veel water gekregen van omstanders en reden direct weg. We hadden nog wat foto’s laten maken van de auto zodat we altijd bewijs zouden hebben. Wat een gekkigheid allemaal… en wat een geluk hebben we gehad dat we er zo goed uit zijn gekomen. Het had zo veel erger af kunnen lopen. We vonden het beide wat eng om weer op deze gekke weg door te moeten rijden, we hielden elkaars hand stevig vast. Na 1,5 uur kwamen we uit bij een uitkijkpunt over de krater. Daar zijn we nog even uitgestapt om te kijken. Wat een prachtig uitzicht hadden we en tot Ruben zijn geluk vertelden de nieuwe gids dat je een neushoorn kon zien. Met de verrekijker zagen we hem! Dat was toch het lichtpuntje van onze dag om zo’n zeldzaam dier nog te zien (van ver). Naar het toilet ging wat moeilijk, want Roos had toch op best wat plekken last. Ook merkten we dat de spieren al volledig stijf werden van de klappen die we hadden gekregen. Na nog een uur rijden kwamen we bij het hotel aan. Waar onze eigen gids op stond op te wachten en zijn excuses aanbood en vroeg om vergeving. Ook hij was onwijs geschrokken. We zouden later nog wel met zijn baas contact opnemen om over de verzekering van sommige spullen te praten. De hoteleigenaren brachten ons naar het ziekenhuis om de wonden wat beter te laten nakijken en schoon te maken. Daarna hebben we wat gegeten op de kamer en zijn we in bed gaan liggen. Bijkomen van wat er nu allemaal gebeurd was, en dankbaar dat we waren…

Foto’s