Reis naar Dar es Salaam - 1 augustus 2019

We hadden met Eneza gisteren tickets gereserveerd voor de bus naar Dar es Salaam. De laatste (kust)plaats die we zouden bezoeken voordat we naar Zanzibar zouden vertrekken. Het zou een flinke rit worden en hadden besloten om half 7 ‘s ochtends de bus te pakken die ons voor het hotel zou ophalen. We zouden om half 2 aankomen zodat we nog lekker de stad konden verkennen. Vroeg op dus! We hadden een ontbijtpakketje meegekregen van het hotel, want het ontbijtbuffet was zo vroeg nog niet open (waaronder bananenmuffins, heerlijk!). Het was inmiddels al 7 uur en wij stonden maar te wachten… Maar we hadden nog geen stress want we weten dat het hier allemaal wat trager gaat en dat een bus zomaar een half uur later kan vertrekken. Het werd half 8 en toen begonnen we hem toch wel te knijpen.. Er stonden allemaal locals om ons heen die het ook wel interessant vonden dat wij daar al een uur stonden. Sommigen pleegden een telefoontje voor ons naar de busmaatschappij en zo kregen we te horen dat de bus wat technische problemen had. Gelukkig, we hadden hem niet gemist. We hebben gelachen om wat chauffeurs van motortaxi’s die met ons wilden communiceren maar geen Engels spraken. Na ruim twee uur wachten, kwam rond kwart voor negen de volgende bus (die om 8 uur zou vertrekken). Gelukkig, maar wat een gewacht! Een van de mannen probeerden ons nog extra te laten betalen voor de koffers die we mee hadden (maar hij hoorde helemaal niet bij de busmaatschappij, dus we vertrouwden het niet). We hebben hem niet betaald en volgehouden, daarna zagen we hem uitstappen en bedroefd weglopen, daar ging zijn kans om bij de ‘Mzoengoes’ geld af te troggelen. De busrit moesten we wel uitzitten, het was een lange rit, snikheet en met weinig beenruimte. De chauffeur reed ontzettend hard, dus we zaten ook niet lekker op ons gemak. Als touringcar haalde hij iedereen in en zwiepten we heen en weer. Ook duurde het wat langer dan we dachten, we zouden er rond 15 uur zijn, maar we waren er uiteindelijk om 17 uur. Toen moesten we nog een taxi naar het hotel pakken. Gelukkig ging dat soepel en eindigden we bij een luxe hotel dat ons hotel bleek te zijn. Dat was een enorme opluchting na zo’n lange reis. De stad (en tevens hoofdstad van Tanzania) is welvarend, schoon en relatief rustig (vergeleken bij nairobi en het inwoneraantal van 6 miljoen). We besloten om lekker in het hotel te dineren. We hadden vanuit daar een mooi uitzicht over de stad en konden lekker naar buiten turen.